BIOS Lied

Het Bioslied wordt gezongen op de melodie van “Die Lore”.
Er zijn 3 strofes, de eerste strofe wordt gezongen door iedereen, de tweede strofe door de mensen die zich het meest verbonden voelen met zoölogie en de derde strofe door de mensen die zich het meest verbonden voelen met botanologie.

Wij zijn de biologen
Van d’universiteit.
Die zich zo kunnen bogen
Op wetenschappelijkheid.
Geen reden om te morren:
Ons groepje telt veel porren,
Veel paters, broeders en pastoors,
Veel bissers, trissers enzovoort …

Tiralala, Tiralala,
Tiralala lala lala
Tiralala, Tiralala,
Tiralala lala lala
Lore Lore Lore Lore
Schoon zijn de meisjes van onze faculteit
Lore Lore Lore Lore
Zo’n porren vind je nergens meer.
En komt die frisse lente weer,
Dan geuren onze bloemetjes teer
Ade, Ade, Ade

De Zoölogen vijzen
Een beestje gans uiteen,
En praten dan lijk wijzen
Over een moeilijk been.
Zij snuiven rotte geuren,
Gebruiken felle kleuren,
Alcool, formol en ook azijn;
Maar liefst gebruiken zij Bouin.

De botanisten zwoegen
In ’t radioactief(*) gebouw.
Zij scheppen hun genoegen
In blad- en stengelbouw.
Zij kunnen toch zo roemen
Op hun schone bloemen;
En nooit geraken ze uitgepraat
Over d’essentie van het zaad.
(*) In vroegere versies zingt men “oud hertoggebouw”